Biologische luchtbehandeling: biofiltratie

Toepassing

  • Verwijdering van geuren

  • Verwijdering van vluchtige verbindingen in relatief lage concentraties (0,001 g/m³ tot 1 g/m³):

    • tolueen

    • aromaten (tolueen, styreen…)

    • alcoholen (methanol, ethanol…)

    • koolwaterstoffen (pentaan, hexaan…)

    • overig (aldehyden, esters…)

Principe

In een biofilter wordt het afgas door een reactor geblazen die gevuld is met biologisch dragermateriaal, zoals wortelhout, boomschors of mengsels. Bij het opstarten van de biofilter zal de aanwezigheid van verontreinigende stoffen in het afgas leiden tot een verschuiving van de natuurlijke microbiële flora op het dragermateriaal naar een overwicht van de meeste geschikte groepen micro-organismen die de beoogde verontreinigende stoffen doeltreffend afbreken. Alleen in uitzonderlijke gevallen is inoculatie met geselecteerde micro-organismen nodig om de opstarttijd te verkorten.

Voor de biofilter zijn de juiste afmetingen van de reactor in verhouding tot de luchtstroom/verontreinigingsbelasting en de juiste voorbehandeling van de ingaande lucht van cruciaal belang. Met betrekking tot het laatste is een bijna volledige bevochtiging van de ingaande lucht van essentieel belang. Voor bepaalde afgassen moet een chemische scrubber vóór de biofilter worden geplaatst om te hoge concentraties van bv. ammoniak of waterstofsulfide te verwijderen. Voor andere toepassingen wordt het aangeraden een piekvereffeningsvoorziening vóór de biofilter te plaatsen om een te sterke schommeling in concentraties verontreinigende stoffen tot een minimum te beperken.

Hoewel het bevochtigde afgas voorkomt dat het biofiltermateriaal uitdroogt, dient het biofiltermateriaal als drager en bron van ontbrekende nutriënten voor micro-organismen. Afhankelijk van de samenstelling van het afgas kunnen een pH-buffer (om verzuring van het biofiltermateriaal tegen te gaan) en/of nutriënten met vertraagde werking worden gemengd met het biofiltermateriaal om de langdurige prestaties van de biofilter te verbeteren. In aanvulling hierop kunnen periodiek nutriënten worden toegediend via de bevloeiing van het biofiltermateriaal.

Biofiltratie is mogelijk voor afgassen met natteboltemperaturen tot maximaal 70 °C. Als gevolg daarvan is thermofiele biofiltratie mogelijk voor hete afgassen die afkomstig zijn van bv. faciliteiten voor voedselverwerking en destructie (drogers en extruders…) zonder dat de gassen eerst gekoeld moeten worden.

Voor sommige toepassingen kan de biofilter worden uitgerust met een bedekking/dak om het gezuiverde afgas op te vangen en naar een aangrenzende schoorsteen te leiden of geschikt te maken voor bemonstering van de gezuiverde gassen.

Schema

Realisations

Open biofilter voor verwijdering van geuren

Gesloten biofilter voor verwijdering van oplosmiddelen